4 Written explanations of Wouter BEKE

Met deze allereerste resolutie geeft het nieuw verkozen Europees Parlement meteen een krachtig signaal: we blijven onversaagd aan de kant van Oekraïne staan in de verdediging tegen de niet‑geprovoceerde en niet‑gerechtvaardigde oorlog die Rusland tegen dit land is begonnen. Onze economische, financiële en militaire steun aan Oekraïne mag niet ter discussie staan. Tegelijk veroordelen we de zogenaamde “vredesmissie” van Viktor Orbán, die de rol van Hongarije als voorzitter van de Raad van de Europese Unie misbruikt om valselijk namens de Europese Unie te spreken in Rusland en China. Wat mij betreft moet dit bezoek – dat een schending is van de Verdragen van de Europese Unie – tot sancties leiden tegen Hongarije, bijvoorbeeld door het stemrecht van het land op te schorten in de Raad op basis van artikel 7 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Het is goed dat de Europese Commissie voorstelt om de toegelaten maximumgehalten aan residuen van onder meer carbendazim in geïmporteerde voeding te verlagen wanneer wetenschappelijk onderzoek aantoont dat er mogelijk negatieve effecten kunnen zijn. Het voorstel van de Commissie dat voorligt is niet perfect, maar is op korte termijn wel een stap in de goede richting. Door de toegelaten maximumgehalten aan residuen van verschillende stoffen in heel wat producten te verlagen, beschermen we de volksgezondheid. Tegelijk versterken we het gelijk speelveld van onze landbouwers, die deze producten ook niet mogen gebruiken. Om die redenen stemde ik tegen het bezwaar dat voorlag in het Europees Parlement. Het voorstel van de Commissie is geen totaalverbod, maar wel een eerste belangrijke stap richting een gelijker speelveld voor onze landbouwers. Doordat het bezwaar toch een meerderheid haalde, blijven de hogere waarden momenteel behouden. Hierdoor worden onze landbouwers langer met een ongelijk speelveld geconfronteerd, zonder dat we enige garantie hebben van de Commissie dat ze snel met een nieuw voorstel komt. Hier wint niemand bij, niet de consument en niet de landbouwer.

Het is goed dat de Europese Commissie voorstelt om de toegelaten maximumgehalten aan residuen van onder meer cyproconazool in geïmporteerde voeding te verlagen wanneer wetenschappelijk onderzoek aantoont dat er mogelijk negatieve effecten kunnen zijn. Het voorstel van de Commissie dat voorligt is niet perfect, maar is op korte termijn wel een stap in de goede richting. Door de toegelaten maximumgehalten aan residuen van verschillende stoffen in heel wat producten te verlagen, beschermen we de volksgezondheid. Tegelijk versterken we het gelijk speelveld van onze landbouwers, die deze producten ook niet mogen gebruiken. Om die redenen stemde ik tegen het bezwaar dat voorlag in het Europees Parlement. Het voorstel van de Commissie is geen totaalverbod, maar wel een eerste belangrijke stap richting een gelijker speelveld voor onze landbouwers. Doordat het bezwaar toch een meerderheid haalde, blijven de hogere waarden momenteel behouden. Hierdoor worden onze landbouwers langer met een ongelijk speelveld geconfronteerd, zonder dat we enige garantie hebben van de Commissie dat ze snel met een nieuw voorstel komt. Hier wint niemand bij, niet de consument en niet de landbouwer.

Op 14 november heeft het Europees Parlement gestemd over de EU-ontbossingsverordening (EUDR). Deze wetgeving heeft als doel de wereldwijde ontbossing terug te dringen, een doelstelling waar ik uiteraard volledig achter sta. Concreet moet de wetgeving garanderen dat er op de Europese markt geen producten worden verhandeld die ontbossing veroorzaken, onder meer door de verplichting voor bedrijven om te bewijzen dat hun toeleveringsketens vrij zijn van ontbossing als het gaat over producten als bijvoorbeeld koffie of cacao.De wetgeving werd goedgekeurd in 2023 en bedrijven zijn volop bezig om zich aan te passen aan de nieuwe regels. Doordat de begeleidende richtsnoeren van de Europese Commissie te laat werden gepubliceerd, hebben sommige bedrijven echter meer tijd nodig om te voldoen aan de nieuwe regels. Daarom steunde ik het voorstel om de wetgeving met 1 jaar uit te stellen. Enkel zo kunnen we onze bedrijven en landbouwers de kans geven om zich grondig en tijdig op de nieuwe wetgeving voor te bereiden en hun processen aan te passen. Andere voorstellen om de wetgeving nu reeds inhoudelijk aan te passen, door bijvoorbeeld een “zero risk”-categorie toe te voegen, heb ik niet gesteund. Bedrijven hebben nu nood aan zekerheid, niet aan chaos.